
Plaatsing in een instelling
Soms treft een instantie die bevoegd is voor jeugdbescherming maatregelen om een minderjarige in een instelling te plaatsen, dit in het belang van het kind. Wij geven je hieronder graag wat meer informatie over hoe het dan precies zit met de kinderbijslag.

Wie ontvangt de kinderbijslag?
Bij plaatsing in een instelling wordt 2/3 van de kinderbijslag rechtstreeks uitbetaald aan de instelling of de plaatsende overheid (om de kosten in het levensonderhoud van het kind te ondersteunen). Het overblijvende 1/3 wordt over het algemeen betaald aan de bijslagtrekkende die het kind opvoedde voor de plaatsing. Dit op voorwaarde dat die persoon tijdens de plaatsing verder zorg draagt voor het kind. De rechter kan beslissen om 1/3 van de kinderbijslag te storten op een spaarboekje op naam van de jongere. Het bedrag op het spaarboekje blijft geblokkeerd tot hij meerderjarig is.
Plaatsing voor 2019: Hoe wordt de kinderbijslag berekend voor een geplaatst kind?
Je kind is geplaatst voor 1 januari 2019? De manier waarop de kinderbijslag berekend wordt, blijft dezelfde als deze op 31 december 2018.
Er zijn twee mogelijkheden:
Plaatsing vanaf 2019: Hoe wordt de kinderbijslag berekend voor een geplaatst kind?
Jouw geplaatst kind is geboren voor 1 januari 2020?
1/3 van de kinderbijslag moet worden uitbetaald aan een natuurlijke persoon.
Er verandert niets, de berekening wordt uitgevoerd zoals voor het kind dat vóór 2019 is geplaatst (in evenredige verdeling).
1/3 van de kinderbijslag moet op een spaarboekje worden gestort
In dit geval wordt je kind aanzien als zijn eigen bijslagtrekkende. Het basisbedrag voor een eerste kind, de automatisch toegekende sociale toeslag, eventueel de leeftijdstoeslag en de eventuele toeslag voor kinderen met een aandoening (wanneer erkend door de FOD) worden opgeteld en verdeeld als volgt: 2/3 worden gestort aan de instelling of plaatsende overheid en het resterende 1/3 wordt gestort op een geblokkeerde spaarrekening te storten tot het kind meerderjarig is.
De andere kinderen van het gezin krijgen hun bedragen (basisbedrag, leeftijdstoeslag en eventuele andere supplementen) en kunnen niet proportioneel verdeeld worden. Er wordt geen rekening meer gehouden met het geplaatst kind.
Jouw geplaatst kind is geboren vanaf 1 januari 2020?
Het bedrag van de kinderbijslag is het bedrag van de nieuwe wetgeving opgesplitst in 2/3 en 1/3. Telt jouw gezin ook nog kinderen? Deze kinderen behouden hun bedragen van de oude wetgeving indien ze geboren zijn voor 1 januari 2020 of ontvangen de bedragen van de nieuwe wetgeving indien ze geboren zijn na 1 januari 2020.
Als het overblijvende 1/3 gestort wordt op een geblokkeerde rekening tot de meerderjarigheid van het kind, ontvangt hij of zij automatisch een sociale toeslag van € 64,44 tot 18 jaar. Dit bedrag wordt vermeerderd met € 11,72 als één van de ouders (of partner) meer dan 6 maanden arbeidsongeschikt is of vermeerderd met € 76,16 als één van de ouders (of partner) als gehandicapt is erkend, als één van deze toeslagen reeds voor de plaatsing werd toegekend.