De fopspeen: een goede troost of een slecht idee?
Joepie, je baby is geboren! Proficiat met je kindje. Het is normaal dat jullie even moeten wennen aan elkaar. Huilt je baby vaak en twijfel je of je je kleintje een fopspeen zou geven? Het tutje heeft zo zijn voor- en nadelen. We zetten ze even voor jou op een rijtje.
De zuigbehoefte van de baby
Baby’s hebben vanaf de geboorte een zuigbehoefte. Dat is nodig om hen te kunnen voeden en door die reflex leren ze zichzelf troosten. Bij alle baby’tjes hanteer je het best de regel: een fopspeen kan, maar enkel in bed. Zo vermijd je dat je kleintje de hele tijd een tutje in de mond heeft. Er zijn ook kindjes die, zelfs wanneer ze geen honger hebben, een sterke zuigbehoefte hebben. Ook voor hen kan de fopspeen absoluut een goede troost zijn, maar hier is het belangrijk om ‘de tutjestijd’ te beperken.
Wel of geen fopspeen gebruiken?
Baby’s krijgen in sommige gevallen een middenoorontstekingen door het gebruik van een fopspeen. Maar er is ook een belangrijk voordeel aan de fopspeen: onderzoek wijst namelijk uit dat kindjes die op een fopspeen zuigen minder risico lopen op wiegedood. Bovendien kan je baby bij gebrek aan een tutje op zijn duim gaan zuigen. En dan is de fopspeen toch een beter alternatief. Een tutje zit symmetrisch in de mond en heeft dus een minder nadelige invloed op de tandenstand dan de duim. Ten slotte is het gebruik van een fopspeen makkelijker af te leren dan het duimen!
De zuigbehoefte neemt af
Als je kindje zo’n jaar of drie is, neemt de zuigbehoefte sterk af. Het is belangrijk dat ook het fopspeengebruik dan vermindert. Te frequent en te langdurig gebruik van de tut zou uiteindelijk tot problemen in de spraakontwikkeling van je kleine spruit kunnen leiden.
Op onze blog verzamelen we nog meer nuttig advies voor jonge ouders. Neem snel een kijkje!
Bronnen:
- Kind & Gezin
- Nieuwsblad
- Mama Libelle
