Ziekte en ongeval

Ziekte en ongeval

Een werknemer die uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid ontvangt, behoudt zijn recht op kinderbijslag.
Na 6 maanden ononderbroken ziekte, kan je ook een sociale toeslag ontvangen, afhankelijk van je financiële en familiale situatie, om het inkomstenverlies te helpen opvangen.

  • Welke uitkeringen komen in aanmerking?

    Het betreft uitkeringen voor:

    • ziekte (beroepsziekte en andere)
    • invaliditeit
    • arbeidsongeval
    • bevallingsrust
    • als gehandicapte persoon.

    De arbeidsongeschiktheid moet voor minimum 66% erkend zijn.

  • Op hoeveel heb je recht?

    Het kinderbijslagfonds van je laatste werkgever betaalt je kinderbijslag verder uit. De instelling die je uitkeringen uitbetaalt stuurt alle nodige gegevens door  via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Als het niet over alle gegevens beschikt, dan neemt het rechtstreeks met jou contact op om je activiteit te kennen. Personen die een uitkering voor een handicap ontvangen, bezorgen hun kinderbijslagfonds een attest van de erkenning als gehandicapte persoon door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.

    Tijdens de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid, heb je recht op de gewone kinderbijslag als werknemer.

    Vanaf de 7e maand, kan je genieten van een sociale toeslag voor de kinderen in je gezin op voorwaarde dat je gezinsinkomen een bepaalde grens niet overschrijdt. Je kinderbijslagfonds kent de toeslag automatisch voorlopig toe aan eenoudergezinnen zonder of met geringe beroepsinkomsten. In de andere gevallen weigert het de toeslag automatisch voorlopig en voegt het bij de weigering een verklaring op eer (model S) waarmee je je mogelijk recht opnieuw kan laten onderzoeken . Stuur die documenten meteen terug naar je kinderbijslagfonds om je rechten te vrijwaren.

    Het recht op de verhoogde kinderbijslag wordt per trimester toegekend:

    • Als je voor de eerste maal dit recht opent, dan ontvang je de toeslag vanaf de maand die volgt op de maand waarin je aan alle voorwaarden voldoet en je behoudt dit recht tot op het einde van het volgende trimester (voor zover je gezinssituatie niet verandert).

      Een voorbeeld
      Frans is ziek sinds 1 januari 2017. Na zes maanden ononderbroken arbeidsongeschiktheid, bereikt hij zijn 7de maand ziekte op 1 juli 2017. Als de gezinsinkomsten de toegelaten grens niet te boven gaan, dan maakt hij aanspraak op een sociale toeslag vanaf 1 augustus 2017 (uitbetaald in september) tot eind december 2017.
    • Je behoudt dit recht op een toeslag voor de volgende trimesters zolang er geen onderbreking is in je ziekteprestaties. Tijdens het eerste jaar arbeidsongeschiktheid, vormt een hervalling binnen de 14 dagen na het einde van de ziekte geen onderbreking. Na 1 jaar ongeschiktheid, wordt de periode van 14 dagen op drie maanden gebracht. Een onderbreking houdt in dat er een nieuwe periode van 6 maanden vergoede arbeidsongeschiktheid vereist is om opnieuw recht te hebben op de sociale toeslag.

      Een voorbeeld
      Frans heeft recht op de verhoogde kinderbijslag als invalide sinds 1 maart 2017. Tot 30 juni 2017 heeft hij recht op die toeslag. Zijn ziekteprestaties van de maand mei verlengen dit recht tot 30 september 2017. Op 10 juni 2017 begint hij te werken. De verhoogde kinderbijslag eindigt op 30 september 2017. Frans hervalt op 5 juli 2017 (= meer dan 14 dagen na zijn werkhervatting). Hij moet een nieuwe periode van 6 maanden doorlopen om opnieuw de verhoogde kinderbijslag te kunnen ontvangen.

    Om een hoger bedrag te kunnen ontvangen voor een of meer kinderen, kan de persoon die bij voorrang het recht op kinderbijslag opent, zijn recht ambtshalve verliezen, onder bepaalde voorwaarden, aan een arbeidsongeschikte werknemer.

  • Hoe hoog mag je gezinsinkomen zijn?

    • Je woont alleen met je kind(eren): je gemiddelde belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen mogen niet hoger zijn dan 2501,28 EUR per maand.
    • Je echtgenoot of partner heeft geen inkomsten: je gemiddelde belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen mogen niet hoger zijn dan 2582,00 EUR per maand.
    • Je echtgenoot of partner heeft inkomsten: de gemiddelde belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen van jullie beiden mogen samen niet hoger zijn dan 2582,00 EUR per maand.
    • Je ontvangt kinderbijslag op grond van de prestaties van een werkloze ouder die geen deel uitmaakt van je gezin:
      • je gemiddelde belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen mogen niet hoger zijn dan 2501,28 EUR per maand,
        en
      • je mag niet herhuwen of samenwonen, ongeacht de inkomsten van je nieuwe partner.

    Opgelet :

    • De toeslag wordt VOORLOPIG uitbetaald op grond van een GERAAMD GEMIDDELDE VAN JE BRUTO beroepsinkomsten en uitkeringen voor het hele jaar. Bij de raming van dit gemiddelde wordt verondersteld dat de inkomenssituatie die je hebt meegedeeld (model S), zal voortduren tot het einde van het kalenderjaar.
       
    • De toeslag wordt DEFINITIEF toegekend op basis van je GEMIDDELDE BELASTBARE beroepsinkomsten en uitkeringen voor 2016 (= aanslagjaar) die je op je belastingformulier aangeeft in 2017 (= aangiftejaar). Pas in 2018 controleert het kinderbijslagfonds je belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen via jouw gegevens die we opvragen bij de belastingen en vergelijken met de plafondbedragen van de toegelaten inkomsten.

    Een voorbeeld: in 2016 betaalt je kinderbijslagfonds je provisioneel een sociale toeslag uit. De fiscale gegevens voor het aanslagjaar 2016 zijn echter pas in 2018 beschikbaar. Bij ontvangst van die fiscale flux, zal het kinderbijslagfonds je sociale toeslag valideren, bijbetalen of terugvorderen waar nodig.

  • Welke belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen tellen mee bij de berekening van het grensbedrag?

    Beroepsinkomsten en uitkeringen die meetellen:

    • lonen (ook dienstencheques) 
    • uitkeringen voor werkloosheid of na faillissement, uitkeringen voor ziekte en voor bevallingsrust, uitkeringen voor loopbaanonderbreking of tijdskrediet, uitkeringen voor arbeidsongevallen en voor beroepsziekten, (brug)pensioenen en vergoedingen uit groepsverzekeringen
    • PWA-cheques
    • vakantiegeld
    • opvanguitkeringen voor onthaalouders betaald door de RVA
    • zelfstandigen: netto-inkomsten als zelfstandige (netto belastbaar inkomen x 100/80); beroepsverliezen van zelfstandigen mogen worden afgetrokken van de inkomsten uit andere beroepswerkzaamheden
    • verbrekingsvergoedingen: enkel het gedeelte met betrekking tot het betrokken jaar telt mee
    • achterstallen: enkel het gedeelte met betrekking tot het betrokken jaar telt mee
    • contractuele vergoedingen uit een groepsverzekering van de werkgever wegens ziekte, invaliditeit of ongeval die een inkomensverlies dekken: enkel de jaarlijkse rente van het betrokken jaar telt mee. 
    • Voor vrijwilligerswerk geldt een speciale regeling

    Beroepsinkomsten en uitkeringen die NIET meetellen: 

    • kinderbijslag
    • alimentatie
    • leefloon
    • maaltijd- en ecocheques
    • tegemoetkomingen voor hulp van derden, hulp aan bejaarden, integratietegemoetkomingen voor gehandicapten, tegemoetkomingen van de Vlaamse zorgverzekering
    • onkostenvergoedingen voor onthaalouders betaald door Kind en Gezin
    • forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
    • achterstallen die betrekking hebben op een vorig jaar
    • verbrekingsvergoedingen voor volgende jaren en vervroegd vakantiegeld
       
  • Welke maatregelen moedigen een werkhervatting aan?

    Om langdurig arbeidsongeschikten aan te moedigen in hun zoektocht naar een nieuwe baan, bestaan er verschillende maatregelen:

    1. De maatregelen tegen de 'werkloosheidsval’

    Sinds 1/1/2007 kan de persoon die langdurig ongeschikt was en die opnieuw begint te werken gedurende maximum 8 kwartalen blijven genieten van de verhoogde kinderbijslag indien aan de volgende voorwaarden is voldaan

    • Voorwaarden bij de werkhervatting:
      • De arbeidsongeschikte moet een activiteit hebben aangevat vanaf 01/01/2007. Het betreft een activiteit als loontrekkende of als ambtenaar.
      • De persoon die het werk hervat, opende hiervoor al het recht op kinderbijslag. De maatregelen tegen de werkloosheidsval zijn dus niet van toepassing als het de partner of de echtgenoot is die een professionele activiteit aanvat.
      • De persoon die het recht opent, moet een activiteit aanvatten die minstens 27 opeenvolgende kalenderdagen duurt.
      • De persoon die het recht opent, moet arbeidsongeschikt zijn net voor hij het werk aanvat (er mogen niet meer dan 27 kalenderdagen verlopen zijn tussen het einde van de werkloosheid en de werkhervatting).
      • De persoon die het recht opent, moet genieten van de sociale toeslag op het ogenblik van de werkhervatting.
         
    • Voorwaarden die moeten zijn vervuld tijdens de periode van 8 kwartalen:
      • De voorwaarden wat betreft het inkomen en de gezinssituatie moeten beide vervuld zijn.
      • De activiteit moet zich voortzetten gedurende 8 kwartalen, dit wil zeggen dat ze niet wordt onderbroken door een periode van niet-onderwerping aan de RSZ (= zonder activiteit, uitsluiting van de werkloosheid, zelfstandige,...) van meer dan 27 kalenderdagen.

        Een voorbeeld
        Erik opent het recht op kinderbijslag als langdurige zieke voor zijn kinderen Mieke en Roel. Hij geniet van de sociale toeslag als invalide omdat zijn gezinsinkomen het toegelaten bedragen niet overschrijdt. Hij ontvangt ziekteuitkeringen tot 03/01/2007 en vindt een betrekking vanaf 04/01/2007. Hij opent verder het recht op kinderbijslag op basis van zijn nieuwe professionele activiteit. Hij zal bovendien blijven genieten van zijn sociale toeslag voor invaliden tot uiterlijk 31/03/2009 en dit zolang de voorwaarden, onder meer wat de inkomsten betreft, vervuld zijn.
    2. Aandachtspunten voor de 'werkloosheidsval'
    • Als de voorwaarden betreffende de inkomsten niet meer vervuld zijn in de loop van de 8 kwartalen (bijvoorbeeld omdat de partner eveneens een activiteit aanvat en hierdoor het gezinsinkomen het grensbedrag overschrijdt, of omdat de eigen inkomsten verhogen, ...), zal het recht op verhoogde kinderbijslag stoppen op het einde van het volgende kwartaal.
    • Als de gezinsinkomsten (de jouwe en die van je partner) verhogen in de loop van de 8 kwartalen, verwittig dan je consulent zo snel mogelijk, om verkeerde betalingen te voorkomen. Indien daarna, je gezinsinkomen daalt tot onder het grensbedrag (je loon vermindert, je partner werkt niet meer,...), neem dan terug contact op met je kinderbijslagfonds om na te kijken of je opnieuw kan genieten van de sociale toeslag voor de rest van de periode van 8 kwartalen.

     

  • Bijzondere gevallen

    Geschil met je ziekenfonds:

    Als je niet meer 66% arbeidsongeschikt bent erkend door het ziekenfonds, dan kan je in beroep gaan tegen die beslissing. In afwachting van een uitspraak, ontvang je dan meestal werkloosheidsuitkeringen wegens overmacht. Je blijft de gewone kinderbijslag ontvangen indien je nog in dienst bent bij je werkgever (je bent nog gebonden door een arbeidsovereenkomst met je werkgever). Als je niet meer gebonden bent door een arbeidsovereenkomst, dan kan je recht hebben op verhoogde kinderbijslag als werkloze voor zover je gezinsinkomen de toegelaten grens niet overschrijdt. Verwittig na de uitspraak je kinderbijslagfonds over de beslissing. Zo kan het onderzoeken of je recht hebt op een hoger bedrag indien je ziekte erkend werd.

    Gepensioneerde invalide:

    De werknemer die een toeslag wegens ziekte ontvangt op het ogenblik dat hij met pensioen gaat, behoudt zijn recht op de verhoogde kinderbijslag. Drie jaar na aanvang van zijn pensioen, zal de raadgevende geneesheer van Famifed de ongeschiktheid nagaan om het recht op de toeslag te kunnen bevestigen.

    Toegelaten activiteit:

    De langdurig arbeidsongeschikte werknemer mag een activiteit uitoefenen als de raadgevende geneesheer van het ziekenfonds dit toelaat. De inkomsten van die activiteit tellen mee in het gezinsinkomen om het recht op de verhoogde kinderbijslag te bepalen.

    Invalide en alleenstaand:

    Alleenstaande ouders met beperkte inkomsten kunnen aanspraak maken op een maandelijkse toeslag. Het bedrag hangt af van het feit of je al dan niet recht hebt op de verhoogde kinderbijslag als langdurig arbeidsongeschikte werknemer.